Oranje

Situatie op de afdeling/groep

  • het resultaat van de formule is < 1/3

  en

  • er zijn maximaal 2 niet-isoleerbare cliënten met symptomen aanwezig op de afdeling / groep

Opheffen code oranje

  • Code oranje:
    • gaat zodra het resultaat van de formule > 1/3 of bij > 2 niet-isoleerbare zieke cliënten over in code rood
    • wordt opgeheven als alle cliënten > 48 uur geen klachten meer hebben gehad. Er kunnen bij het opheffen van code oranje dus wel nog cliënten in de nazorgfase zitten

Maatregelen

Algemene voorzorgs-maatregelen

Houd de algemene voorzorgsmaatregelen aan:

  • Pas op de juiste momenten handhygiëne toe volgens het protocol handhygiëne
  • Houd de persoonlijke hygiënemaatregelen volgens protocol persoonlijke hygiëne aan zoals geen sieraden, lange haren opgestoken
  • Wissel ook in isolatie handschoenen bij overgang van een vuilere naar een schonere handeling zoals beschreven staat in het protocol gebruik PBM

Vaststellen diagnose maagdarminfectie

Een maagdarminfectie begint meestal plotseling en veroorzaakt symptomen zoals overgeven, buikkrampen, diarree en koorts. Een maagdarminfectie wordt ook wel gastro-enteritis (GE) genoemd. We spreken over een maagdarminfectie als de cliënt / medewerker braakt en/of diarree heeft volgens Bristol score 5 t/m 7.

Extra maatregelen en verantwoordelijkheden

  • Direct na constatering van kleurcode oranje voor de afdeling/groep is de leidinggevende van de betreffende afdeling/groep verantwoordelijk voor de volgende acties:
    • Het bijhouden van een registratie van zieke cliënten en medewerkers volgens de “Registratielijst zieken”
    • Het bekend maken aan de medewerkers welke cliënten ziek zijn en niet te isoleren zijn zodat de medewerkers hier rekening mee kunnen houden als ze op de gang of in de huiskamer (aan het werk) zijn. 
    • Het instellen van de extra schoonmaakrondes zoals onder de kop “dagelijkse reiniging en desinfectie” weergegeven
    • Het informeren van de SO of andere medisch verantwoordelijke over de situatie
    • Het per dienst aanstellen van een “Chef uitbraak”. Hanteer ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden de instructies zoals beschreven in het document “Chef uitbraak”
    • Zodra het resultaat van de formule > 1/3 is of bij > 2 niet-isoleerbare zieke cliënten overgaan naar code rood en het OMT bij elkaar roepen voor overleg
    • Brengt risicocontacten buiten de groep/afdeling die risico hebben gelopen in kaart, informeert hen over de situatie en laat hen direct melden bij ontstaan van klachten. Denk aan overplaatsingen cliënten, stagiaires, inval- en uitzendkrachten, vrijwilligers, schoonmaakmedewerkers, paramedici, bezoek, kapper, pedicure, lab, avond-, nacht- en weekeindkrachten, activiteitenbegeleiders. 
  • Medewerkers zijn alert op de aanwezigheid van zieke cliënten op de gang en in de huiskamer. Houd zoveel mogelijk afstand en desinfecteer na direct contact met de zieke cliënt de handen. 

Bewegingsvrijheid cliënten

  • Cliënten verlaten de afdeling/groep niet, met uitzonder op onderstaande situatie:
    • Cliënten zonder symptomen mogen met familie of naasten de locatie via de kortste route verlaten voor een wandeling of andere activiteit buiten de locatie. Terugkomst mag uitsluitend via dezelfde kortste route naar de afdeling
    • Cliënten nemen geen deel (meer) aan activiteiten buiten de afdeling.

Bewegingsvrijheid medewerkers

  • Zet bij voorkeur geen medewerkers elders in die risico contact hebben gehad

Maatregelen communicatie

  • Informeer cliënten en/of eerste contactpersonen over de stand van zaken middels “Bericht code oranje”
  • De zorg informeert de eerste contactpersoon over het feit dat zijn/haar naaste ziek is 

Maatregelen niet zieke cliënt

Maatregelen zieke isoleerbare cliënt

  • De cliënt blijft op de kamer
  • Bevestig de “Deurkaarten” op de binnen- en buitenkant van de isolatiekamerdeur
  • Houd het, op de deurkaart omschreven gebruik van PBM, aan
  • Houd de isolatiemaatregelen aan zoals beschreven in “Isolatie van een zieke cliënt op een kamer/appartement”
  • Zodra de cliënt 48u klachtenvrij is gaat de cliënt over naar de nazorgfase:
    • de nazorgfase duurt nog 72 uur nadat de cliënt 48 klachtenvrij is
    • vervang de “Deurkaart betreden isolatiekamer” in “Deurkaart nazorg” en vul de data op de deurkaart in
    • volg de instructie op de deurkaart nazorg
    • de cliënt mag de kamer verlaten
    • de cliënt gebruikt alleen eigen toilet en geen algemeen toilet

Maatregelen zieke niet-isoleerbare cliënt

  • De cliënt hoeft niet op de kamer te blijven en mag gebruik maken van de algemene ruimten op de afdeling/groep
  • De cliënt mag de afdeling/groep niet verlaten
  • Bevestig de “Deurkaarten” op de binnen en buitenkant van de isolatiekamerdeur
  • Houd op de kamer van de cliënt de isolatiemaatregelen aan zoals beschreven in “Isolatie van een zieke cliënt op een kamer/appartement” 
  • Overweeg permanent dragen van een FFP1 of FFP2 masker door personeel. Overleg hierover eventueel met een deskundige infectiepreventie
  • Voer zorghandelingen inclusief toiletgang altijd op de kamer/sanitair van de cliënt uit. Sluit hiervoor eventueel aanwezige algemene toiletten binnen het cohort af voor cliënten
  • Buiten de kamer is handhygiëne na contact met (zieke) cliënten strikte noodzaak
  • Zodra de cliënt 48u klachtenvrij is gaat de cliënt over naar de nazorgfase:
    • de nazorgfase duurt nog 72 uur nadat de cliënt 48 klachtenvrij is
    • vervang de “Deurkaart betreden isolatiekamer” in “Deurkaart nazorg” en vul de data op de deurkaart in
    • volg de instructie op de deurkaart nazorg
    • de cliënt mag de kamer verlaten
    • de cliënt gebruikt alleen eigen toilet en geen algemeen toilet

Maatregelen (ex) zieke medewerker

  • wanneer een medewerker braakt of diarree heeft gaat deze naar huis
  • de medewerker blijft thuis totdat deze klinisch hersteld is
  • wanneer de medewerker weer op de werkvloer is gebruikt deze gedurende 5 dagen na klinisch herstel een apart toilet; het toilet voor ex-zieke medewerkers
  • dit toilet wordt gemarkeerd met de “Deurkaart toilet ex-zieke medewerker”

Maatregelen consulterende medewerker

  • De consulterende draagt bij het betreden van de afdeling een FFP1 of FFP2 masker en doet dit vlak voor het verlaten van de groep/afdeling af
  • Consulterenden houden bij de cliënten met symptomen de omkleedprocedure aan zoals op de “Deurkaart” van de kamer vermeld
  • De consulterende bezoekt bij voorkeur eerst cliënten zonder symptomen en daarna pas de cliënten met symptomen
  • De consulterende medewerker mag bij aanhouden van deze maatregelen zijn/haar werkzaamheden op andere afdelingen/groepen zonder extra maatregelen voortzetten

Maatregelen voor bezoeker

  • Beperk bezoek van de cliënt met symptomen zoveel mogelijk 
  • Kinderen mogen, onder begeleiding, alléén komen als ze zich aan de gestelde regels voor bezoekers houden.
  • Bezoekers mogen geen gebruik maken van het toilet op de cliëntenkamer
  • Het bezoek verlaat de instelling rechtstreeks (geen andere cliënten bezoeken)

Linnengoed

  • Sluit de waszak in de cliëntenkamer
  • Doe een tweede waszak om de zak als deze aan de buitenkant vochtig of bevuild is
  • Markeer eventueel de waszak wanneer hierover afspraken gemaakt zijn met de wasserij
  • Plaats de waszak direct in de hiervoor bestemde (draad) container

Serviesgoed

  • Plaats het serviesgoed van zieke cliënten direct in de hiervoor bestemde kar of in de vaatwasser
  • Pas na contact met dit serviesgoed handhygiëne toe.

Voeding aan- en afvoer

Geen extra maatregelen

Afval

  • Sluit de afvalzak in de cliëntenkamer
  • Markeer eventueel de afvalzak wanneer hierover afspraken gemaakt zijn met de transportdienst of afvalverwerker
  • Plaats de afvalzak direct in de hiervoor bestemde (draad) container

Dagelijkse reiniging en desinfectie

  • Reinig en desinfecteer 3 maal per dag de algemeen toegankelijke toiletten op de afdeling/groep (dus niet de toiletten op de cliëntenkamers)
  • Reinig en desinfecteer 3 maal per dag de handcontactpunten in algemene ruimten zoals gangen en de huiskamer van de groep/afdeling
  • Reinig en desinfecteer 3 maal per dag de grote oppervlakken (met uitzondering van de vloer) en handcontactpunten van de spoelruimte / vuile ruimte van de groep/afdeling
  • Houd hierbij de werkwijze aan zoals beschreven in “Reiniging en desinfectie van isolatiekamer en algemene ruimten”

Maatregelen bij overlijden

  • Houd bij overlijden van een geïsoleerde cliënt de isolatiemaatregelen aan bij contact met cliënt of omgeving van de cliënt (cliëntenkamer).

Reiniging & desinfectie voor opheffen code oranje

  • Alle isolatiekamers hebben na opheffen van de isolatie een eindreiniging en desinfectie ondergaan
  • Voor de eindreiniging/desinfectie van de isolatiekamer wordt verwezen naar protocol: Eindreiniging/desinfectie isolatiekamer
  • Er gelden geen extra maatregelen voor reiniging en desinfectie van algemene ruimten voor het opheffen van code oranje

Opheffen code oranje

  • Code oranje:
    • gaat zodra het resultaat van de formule > 1/3 of bij > 2 niet-isoleerbare zieke cliënten over in code rood
    • wordt opgeheven als alle cliënten > 48 uur geen klachten meer hebben gehad. Er kunnen bij het opheffen van code oranje dus nog wel cliënten in de nazorgfase zitten